maandag 27 februari 2017

Het tuinpad van de vaderen


Afscheid van de keuterboer

De keuterboeren zijn niet meer. En dat terwijl ze jaren en jaren onderdeel waren van de polders in ons neergelegen landje. Met een paar koetjes en misschien een geit en wat kippen, bewoonden ze in alle rust het platte land. Liepen op houten schoenen, teelden hun eigen piepers en groenten in de moestuin waar de mest soms nog met de hand (putemmer) over werd uitgegoten. De eenvoud sierde ze. Men leefde in volstrekte harmonie met het land en was met zeer weinig en een sober leven tevreden. De haan kraaide hen wakker en ze kropen op hun gemak uit de bestede. Ze huiverden even als hun blote poten de steenkoude plavuizen raakten. De poes streelde met haar staart langs hun benen en buiten zong een lijster het hoogste lied. De eenvoud was hun kracht. Tevredenheid hun levenswijze en onbespoten voedsel hun deel. Dan, met de melkkruk eerst onder de koetjes terwijl de koffie in een percolator pruttelde en de kussenslopen melk door het bruine goed werden geroerd door moeke.
Het is allemaal voorbij. Ik mag toch regelmatig een leegstaande stulp die nog net niet tegen de vlakte is gegaan op de foto zetten. De stadsmens rukt op en heet de nieuwe plattelander. Met Rangerovers en bekleed in waxjassen klagen ze over de geur van koeienstront in de polder.
Dag lieve keuterboeren, bedankt voor de nostalgie, ik was een kind hoe kon ik weten, dat dit ooit voorbij zou gaan….

Bijna lente (in de Molenwaard)

Nog even dan is het weer lente. Ik houd van het opkomen van koolzaad, wiegend fluitenkruid en de geur van nectar. Dan dartelen de jonge lammetjes weer over het groene kruid en kijkt de fotograaf zijn oude ogen uit. Hij ziet niet veel want staar en leesbril zijn helaas zijn deel, maar bij dat alles is hij gelukkig, ook al is hij scheel.....

Ringmussen in de Molenwaard


woensdag 22 februari 2017

Rode borstjes in de Molenwaard

Wat een uienweer zeg, met veel wind en regen. Niet dat je denkt: het wordt lente, ik voel het in mijn instrumenten. Meer omstandigheden dat je denkt: ik kruip mijn nest weer in. En gisteren was het nog zo aardig in de vogelhut van de Alblasserwaard. Je zou er rode borstjes van krijgen.....

dinsdag 21 februari 2017

De manege Molenwaard


Turkse Tortel

Een paar uur naast Andre gezeten in de volgelhut. Een uitgelezen dag voor vogelfotografie. Helaas geen roofvogels (toen ik er was) maar ook de andere soorten zijn leuk om te doen en druk vertegenwoordigd. De Turkse tortel ook wel "lachduif" genoemd, is een teder beestje wat ook wel eens op de foto wil. Nou, bij deze dan.
(ze kunnen wel meer dan 25 jaar oud worden)
 

zondag 12 februari 2017

Schaapje, schaapje heb je witte wol? Ja meneer, mijn hele kontje vol.



Had ooit een strenge werkgever die elke jaar de gewoonte had om een “werkoverleg gesprek” met je te houden. Noem het een functioneringsgesprek. Dan braakte hij als een muilezel alle zaken op die hij onverteerbaar aan jou had gevonden het afgelopen jaar. Een positieve benadering was niet zijn ding. Het was meer een vorm van veroordeling. Hij noemde dat: ”ik zal je even knippen en scheren.” Onnodig te zeggen dat de mannen in de bouw dat op een gegeven ogenblik ging tegenstaan en dat ze hem in de rivier de IJssel hebben geworpen, onder het uitroepen van: ”Zo, die ouwe is geknipt geschoren en gewassen.” Of het bedrijf erdoor op de fles is gegaan weet ik niet, maar wel dat het erg vermakelijk was die bolle te zien spartelen.

Als men schapen niet scheert ontstaat er zoveel wol, dat het beest topzwaar wordt, op zijn rug komt te liggen en nooit meer overeind komt. Dan ontstaat er gas in de darmen en zal het arme dier met een stervensreutel en een enorme wind de laatste adem uitblazen.
Wol en haar is in de Bijbel derhalve een beeld van zonde. Wij moeten af en toe als mens geschoren worden. Bevrijdt van onze (zonde) last. Het is een heel gemieter maar daarna voel je je toch herboren. Oh, u bent nooit geschoren? Wel, dat verklaart dan waarom u zo bezwaard kijkt.


vrijdag 10 februari 2017

Winterbanden en eierwarmers



De winter wil niet. Nou ja, ze is er wel, maar zo grijs en koud als vrouw holle op geitenwollen sokken. Ze kijkt door de ramen van ons huis naar binnen als een verloederde loopse hond die haar reu kwijt is en derhalve haar vlag maar zet tegen de muur van een pisbak.
Lichte sneeuw, kou, wind en donker. Niet echt het winterweer wat je doet verlangen naar buiten te gaan om lekker te wandelen in de gezonde lucht. Geen weer waarin kinderen gillen van het plezier met hun slee, wat met sneeuwballen gooien of sneeuwpoppen bouwen. 
Ik houd van het geluid van kinderstemmen. Tis bijna hemels en opent luikjes in je eigen ouder wordende kop. Je bent weer een jongetje en sleept op het kleine achteruitje van de woning met emmers om een sneeuwpop te bouwen die gelijkt op een Jehova’s getuige  met een flinke wachttoren in zijn broek. Ik houd van een gebreide eierwarmer op niet nader te benoemen plaatsen. Ik houd van lange onderbroeken, de adem stomend uit de mond van een blonde vrouw met dikke zwoele lippen ernstig rood met lippenstift. De zware wintergeur van haar op deze tijd afgestemde parfum.
Misschien als we morgen ontwaken dat de hemel ons trakteert op een extra laagje poedersuiker. Onhandig voor de ouderen, maar die kunnen mij even de pot op hoor. Die hebben jarenlang zelf heerlijk gespeeld in wat koning winter aan sneeuw liet vallen, dus niet leuteren als het zou gaan sneeuwen. En dan, laat dan van mijn part sneeuwbanden om je rollator zetten….


dinsdag 7 februari 2017

Beetje winter in de Molenwaard



Paardenworst

Vroeger aten wij thuis wel eens een plak gebakken bloedworst met spekjes erin. Dat smaakte best, zeker in de winter. Ik heb het laatst weer eens geprobeerd maar de smaak was niet die ik mij herinner. Heb het derhalve maar aan de hond gegeven. Paardenworst dan maar? Maar ja, zeg nu zelf, als je vlak bij een manege woont, krijg je toch ook een geheel andere kijk op paardenworst ook. Ik wil niet lullig doen, maar wat zit er eigenlijk in “boerenmetworst”? Een boer compleet mét worst?
Je hebt ossenworst, dat is van een os, dat spreekt. Een os is overigens een gesneden stier. Wat te denken geeft, want dat is dus dubbelop snijden. Besnijden en aan plakjes wat mij tamelijk wreed overkomt. Dan is er harde worst. Zonder potentieproblemen dus. En je hebt droge worst. Dat moet er een zijn na de sterilisatie. Noem het de penopauze. Knakworst lijkt me overigens bijzonder pijnlijk, maar wie ben ik.
Hansworst is gewoon een sukkel, punt uit. Gekruide slagers grilworst. Je kijkt toch heel anders tegen zo’n eunuch-slager aan die zijn eigen worst kruidt, grilt en in de verkoop doet. Je moet het maar durven.
Dan is er kookworst, maar die vertrouw ik niet omdat het riekt naar uitgekookte worst en dat is me te link. Snijworst moet islamitisch zijn of Joods en zal wel komen van de noemer: besnijdenisworst. Leverworst met kaas is ronduit iets wat nodig onder de douche moet me dunkt. Tongenworst is meer voor de jongeren, die moeten dat nog leren.
Metworst lijkt me geschikt voor alleenstaande vrouwen. Je gaat dan toch weer met worst naar huis. Een beetje de tegenhanger van beleg voor de mannen dat men likkepot placht te noemen. U hebt het niet van mij, maar slagers zijn nu ik er goed over nadenk, potentiele smeerworsten…