“Het leven met die vrouw is nog net geen hel, maar komt wel
overeen met een heet soort vagevuur”.
Zomaar een zin die ik opving toen ik langs het bushokje
fietste en een oude man met haakneus zich uitliet over zijn huwelijk. Het klonk
verre van een geslaagde missie. Misschien vergis ik me.
Een stukje verder op de veerpont, stonden twee vrouwen van
reformatorische inslag berokt tot de enkels in stug panty-werk verpakt (kleur
zwart) te praten.
“Oh ja ik “zee” tegen Herman: Let toch op je noten man. Laat
ze niet te lang maar ook niet te kort worden tijdens het spel. Je moet er
dieper ingaan. Trek gerust alle registers open.
De buitenstaander met pikante inslag vermeent hierin
intiemer zaken te horen dan de dame in kwestie voor ogen had. Het gedoe over op
hele noten zingen is in Ammers gelukkig voorbij. Weer een mijlpaal. Op naar de
vrouw op de preekstoel! Hoewel die van mij weg mag blijven want ik luister al
zes dagen in de week naar mijn vrouw, mag ik Goddank één keer in de week naar
een man luisteren?
“Je mot bij de rode kool meer appel doen Mien, anders is hij
niet te nassen.” Een wat oudere dame en heer, vast ter been over de aardkloot
stappend. Gezellig babbelend langs het
riet.
Persoonlijk houd ik van alle koolsoorten doch word er vurig
winderig van op hele noten. Overigens geloof in niet in het vagevuur. In de
helse geur na het eten van koolsoorten, welzeker..
|