Folklore is nog altijd onderdeel van het dorpsleven in Groot Ammers. Het zogenaamde Bokzweuzelen is ooit ontstaan in de tijd van de reformatie door katholieke paters die tot de orde van de zweuzelaars behoorden. Zweuzelaars waren in die dagen bierbroeders, wat zoveel wil zeggen
als bierbrouwers en wel van het herfstige nat. Omdat tijdens de reformatie de
gehele orde van Zweuzelaars met pek en veren het dorp uit is gejaagd. Waarna
men de vaten bockbier over de dropstraten rolde en uitschonk is deze
jaarlijkseis traditie ontstaan. (het
jaar 1599).
Het begint bij een oude Bok die samen met de burgervader in
ene kuil dient te overnachten, gevuld met een laag paardenmest vermengt met
bellen hop. De ambtsdragers der kerk dienen dra de zon opkomt het
Bokzweuzel-lied aan te heffen in a mineur, waarna het uit de kuil halen van de
bok en burgervader plaatsvindt.
Vervolgens wordt de burgervader op de bok gezet en men steke een
brandende sigaar tussen zijn lippen om hem daarna over het stadsplein te jagen onder het uitroepen
van:”Haters, haters, weg met de paters.”
Dan blaast men vanaf de kerktoren de zweuzelhoorn in drie
harde stoten waarbij de bevolking van het gehele dorp veterdrop eet en elkaar
om de oren en de billen slaat met kletskoek. (een soort natte taaitaai in de
vorm van een kleine knots.
Vervolgens wordt de organist in een vat met ondermelk
gedompeld en beginnen de vrouwen van de rijkste boeren van het dorp te karnen
en wisselen ondertussen dijenkletsers uit. De organist neemt dan plaats in een
melkbus om uit te druipen. De BBQ wordt aangestoken en de burgervader komt
rokend met de bok tussen de benen het dorpshuis binnen. Een dozijn ouderlingen
rijdt op een neurende vaars zes keer rond de BBQ en verdwijnt al zingende:
“Zweuzel, zweuzel, mijn wijf die stinkt naar reuzel”, tussen de groep samengestroomde dorpelingen
die wijdbeens:” winden laat in de richting van het dorpshuis. Dan dansen de
vrouwen in lange rokken het plein op onder het zingen van:”Tok, tok, tok, mijn
vent stinkt als een bok.”
Als slotstuk wordt het vetgemeste varken ingesmeerd met
Bockbier en boven de BBQ gehangen. Dan neemt de organist uitgedropen plaats
achter het orgel en speelt het grote zweuzellied, waarna het drievoudig:
”Hoezee, hoezee, hoezee,” klinkt. Als laatste springen jong en oud jodelend
over een boerenhekwerk en mogen er wensen gedaan worden. Het ganse dorp verlustigt
zich dan aan het inmiddels gegaarde varken en drinkt daarbij enorme glazen
Bockbier met het schuim onderin.
Pas dan slaat de kerkklok twaalf uur en hinkelt de Ganse
bevolking op houten schoenen huiswaarts.
Zo verliep de eerste Bockzweuzeldag in Groot Ammers ook dit
jaar zonder problemen. Morgen nog één feestdag en dan is het weer voor een jaar
voorbij….
|