Als ik met mijn hand het koude deels afgebladderde metaal betast van de oude wip, komen de herinneringen vanzelf bovendrijven. Het angstige gevoel als je hoog bovenin zat en de harde plof in je rug als je weer veilig op een half in de grond gegraven autoband neerkwam. Elke keer als je boven aankwam door de dreun tien centimeter uit je stoeltje vandaan schoot en het prettige gevoel in je buik als je wipte. Pas later op meer volwassen leeftijd verwerd wippen tot een minder onschuldig tijdverdrijf, doch het gevoel in je buik was opnieuw aanwezig. |