Het leven in de boerensloten
trekt zich weinig aan van het nu al weer weken tamelijk winderige en frisse
voorjaar. Uit de eenden korf doken twaalf donsjes het nat in en werden door de
wind meteen meegeblazen richting de buren. Moeder eend keek er naar en dacht er
het hare van. Het voordeel van de sloten om ons huis is dat er geen roofvis
(nagenoeg) in zit. Dus geen hap-slik-snoek-weg. Hoewel de reigers ook wel een
eendje lustten. Het zijn echt wel wilde eenden want als je een handje brood
naar ze werpt kijken ze je aan of je ze met paardenmest om te oren hebt
gesmeten. Ze zwemmen om de boterham heen en denken: vreet die zelf maar op…
|