Langzaam is het helgele koolzaad
reeds over haar hoogtepuntje heen. Ook het fluitenkruid verliest haar
maagdelijkheid, het is allemaal natuur en eeuwig maagdelijk zijn is slechts
voor de nonnen weggelegd. Op hun grafsteen staat dan ook geschreven: ongebruikt
retour!
De Molenwaard zucht in een klamme
omhelzing vol transpiratie, want het is een zalig maar heet voorjaar. Ik fiets
door de warmte bevangen, zo langzaam dat ik word ingehaald door een hommel.
De
zoveelste afgang! Vast een kloothommel. Een mooie buurvrouw brengt in een
spijkerbroek vol gaten op de juiste plekjes, haar zoon naar school en lacht me
toe met haar verleidelijk ivoor. Ouwe vos, zie je haar denken. Gelijk heeft ze.
Dames met bruinverbrande knietjes
fietsen wulps voorbij en zijn vrolijk gemutst. Anderen wandelen met ritmisch
bewegend kontwerk langs en er zweeft een geur in het zwerk van Fa-zeep met
wilde limoenen, die dames pikant laten rennen over witte stranden.
Er hangt een vleugje gevleugelde
Always in de lucht en wat pikante
feromonen rond de dames, die je hoofd een beetje laten tollen.
Je lippen
beginnen als vanzelf te hunker. Je hapt naar adem, doch de hitte van de zwoele
voorjaarsbries geven je het gevoel dat je bezig bent te happen in een warm
wollen deken.
Het beste is diep ademhalen en
als je te veel in vervoering geraakt even een plasje te maken tussen de
hoogstaande brandnetels. En dan wat zwaaiende bewegingen maken. Dat haalt de
fut er wel uit….
|