Zou er ergens onder de grond in de Molenwaard een zwart gat
loeren waardoor de tijd vertraagt en stilstaat? Als je op een zondagmorgen door
een van de landelijk gelegen dorpjes wandelt zie je mensen in donkere kledij
ter kerke gaan. Een getuigende optocht waar vredigheid van uitgaat met al die
hoedjes. Het hoort er zo bij in ons land. Dat het maar lang zo blijven mag.
Poezen spinnen in alle rust op vensterbanken. Boerinnen in reusachtige konten
waggelen naar het huis Gods. Hun dochters schalks vanonder hun hoedjes loerende
naar de boerenzoons. Ach, tis de natuur.
Boeren met de geur van koeien en varkens in hun colbertje,
dat was je er met al de zeep van de wereld niet meer uit. IK mag ze. Ze zijn
onderdeel van het echte leven want geloof mij, melk komt niet uit een pak maar
uit een koe. Daar hoort menigeen van op. En de koteletjes van de slager maakt
hij niet zelf, maar die komen van het varken.
De moderne mens is zover verwijderd van de waarheid dat men
meteen begint te piepen over zielig als wij het hebben over afschot van wild
alhier. Maar zodra het avond wordt en het potje gekookt, vreet men een
kalfskoteletje van een dier dat nog nimmer buiten is geweest. Over meten met
twee maten gesproken! Dus wat is er op tegen om een lekkere ganzenborst uit het
wild te eten? Veel, zegt de massa. Die koopt het vlees bij de slager, want dat
is diervriendelijk vlees en maakt de slager zelf van ehh, tja waarvan? Nou ja,
in ieder geval van iets anders dan van lieve dieren. Oude autobanden misschien?
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten