Langs de Peppelweg zweven de mooiste nimfen. In teder door de nacht geweven gewaden die oplossen in het zonlicht. Wil je zulke dames ontmoeten, dan moet je vroeg uit de veren. Het blijken steeds wezens der nacht die in het prille morgenlicht nog even dansen boven het water alvorens weer voor onbepaalde tijd door moeder natuur in te worden geïnhaleerd. Ik mag ze gaarne zien in ranke mistige lijfjes... en op vluchtige voeten die menig boerenzoon over hebben gehaald om de oversteek te maken. Maar wie op zulk een praatjes ingaat, komt om in het naar verderf ruikende veenwater. Hun wereld onder de waterspiegel is niet toegankelijk voor stervelingen en zeker niet voor boerenzonen. Slechts hun houten schoeisel, ook wel klompen genaamd of, zo de oude legende verhaalt het aloude woord Peppels. Want Peppel is een oud woord voor Populier de houtsoort waarvan klompen gemaakt worden. Geen wonder dat de mooiste nimfen zo’n voorkeur hebben om op deze plek te wonen
|