Mensen nemen dieren maar als ze er genoeg van hebben dumpen ze het gewoon maar in de polder. In de Krimpenerwaard kwam ik elke zomer wel een nest jonge poesjes tegen die zeer aaibaar waren, dus veelal niet van een boerenpoes. (Hoewel ik niets ten nadele van de aaibaarheid van de zogenaamde boerenpoes wens te zeggen, want naar het aantal kinders te zien, is er niets mis mee)
Kippen (meest hanen) soms wordt het gewoon een plaag en brengen deze dumpplaatsen anderen op het idee dat ook te doen. Sierduiven, goudvissen, enfin de lijst is ellenlang.Eerder trof ik deze Swinhoen fazant, die leuk tussen de groep hanen liep. Dit is geen ramp en leuk op de foto. Een ramp wordt het bijvoorbeeld als mensen menen dat het aquarium ook wel geleegd kan worden met beplanting en al. Exoten als het ongelijkbladig vederkruid, de waterwaaier en de waterhyacint verdringen dieren en andere planten. Gelukkig is de woekering in de sloot naast ons huis niet te ernstig en veel mensen menen dat deze waterplanten hier thuishoren. Niets in minder waar. Stinkende sloten, oppervlakten die geheel dicht groeien met zekere uitheemse soorten kroos. Vroeger trok mijn moeder haar klomp uit en schepte helder water uit de sloot om te drinken. Die tijd ligt ver achter ons, helaas.