donderdag 27 oktober 2016

Nassen en vagevuur


 

“Het leven met die vrouw is nog net geen hel, maar komt wel overeen met een heet soort vagevuur”.

Zomaar een zin die ik opving toen ik langs het bushokje fietste en een oude man met haakneus zich uitliet over zijn huwelijk. Het klonk verre van een geslaagde missie. Misschien vergis ik me.

Een stukje verder op de veerpont, stonden twee vrouwen van reformatorische inslag berokt tot de enkels in stug panty-werk verpakt (kleur zwart) te praten.

“Oh ja ik “zee” tegen Herman: Let toch op je noten man. Laat ze niet te lang maar ook niet te kort worden tijdens het spel. Je moet er dieper ingaan. Trek gerust alle registers open.

De buitenstaander met pikante inslag vermeent hierin intiemer zaken te horen dan de dame in kwestie voor ogen had. Het gedoe over op hele noten zingen is in Ammers gelukkig voorbij. Weer een mijlpaal. Op naar de vrouw op de preekstoel! Hoewel die van mij weg mag blijven want ik luister al zes dagen in de week naar mijn vrouw, mag ik Goddank één keer in de week naar een man luisteren?

“Je mot bij de rode kool meer appel doen Mien, anders is hij niet te nassen.” Een wat oudere dame en heer, vast ter been over de aardkloot stappend.  Gezellig babbelend langs het riet.

Persoonlijk houd ik van alle koolsoorten doch word er vurig winderig van op hele noten. Overigens geloof in niet in het vagevuur. In de helse geur na het eten van koolsoorten, welzeker..

Bonksum op de bon


Langs de dijk bij Opperstok lag een zojuist aangereden Bonksum. Ik stopte met de fiets en dacht aan Arie die het vak beheerst om dieren op te zetten. Dus wat doe je dan? Precies, je raap het dode dier op en plaatst hem op de bagagedrager
voorop. Wilde net verder rijden toen er twee agenten naast me stopten en mij verzochten niet weg te rijden. Een met veel puistjes en drie beginnende baardharen en een met een Arabisch dialect en verdacht foam in de mo...ndhoeken.
Agent:” Zo meneertje wat zijn we aan het doen?”
Ik:” Zo Agent, ik was van plan te gaan fietsen als dat mag.”
Agent:” Ik bedoel wat heeft u daar voorop de fiets?”
Ik:” Een bagagedrager agent.”
Agent:” Ik bedoel wat ligt daar op?”
Ik:” Verrekt een beest, waar komt dat dier nou vandaan?”
Agent:” En wij mogen geen aangereden wild vervoeren.”
Ik:” oh gelukkig ligt hij bij mij dan i.p.v. bij jullie in de auto.”
Agent:” Ik bedoel u mag geen dood wild vervoeren.”
Ik:” Ik vervoer ook geen wild, ik sta stil.”
De Agent met Arabisch uiterlijk mengt zich er nu ook in.
“Mineer, die wet zegt dat oe een vergunning moet hebben voor zoiets.”
Ik: “ Voor wat?”
Arabisch Agent:” Voor aanraken of vervoer die dode dier.”
Ik:” Maar man ik raak niets aan en vervoer ook niets, ik sta nog steeds stil.”
Agent met Puistjes stapt driftig om mijn fiets en roept: ”tis een stinkdier.”
Ik:” u hoef niet te gaan schelden agent, ik was mij dagelijks.”
Agent:” ik doel op uw corpus dictie voorop de bagagedrager.”
Ik: ”Zou hij er opgesprongen zijn toen ik even stopte en toen een hartaanval gehad hebben?”
Agent:” u begint mij te vermoeien.”
Ik: ”je lijk mijn vrouw wel.”
Agent: ”Wilt u zo goed zijn de bunzing in het gras terug te plaatsen?”
Ik:” Nee want dat mag niet volgens uw collega die zegt dat ik het dier niet mag aanraken.”
Agent:” Als u het niet doet, doe ik het.”
Ik:” U mag het volgens de wet wel?”
Arabisch agent:” Mineer doet oe nou niet zo lastig.”
Ik leg de dode bonksum in het gras en de agenten stappen tevreden in omdat ze weer een "vreselijke misdaad" hebben weten te bestrijden en rijden weg. Nadat ze uit zicht verdwenen zijn keer ik terug en raap hem op. En nu maar snel naar de preparateur met dat stinkdier voordat de agenten de belangrijke taak wensen te hervatten om zulk een misdaad als een dode bonksum te vervoeren te bekeuren. Over niets beters te doen hebben gesproken.

dinsdag 25 oktober 2016

De grote gele kwikstaart (Molenwaard)

 
 
Vandaag een uurtje in de vogelhut gezeten maar het was erg grijs buiten en ik heb geen echte lichtsterke telelens dus dan kom je al snel in sluitertijden die te traag zijn. Of je moet je isowaarde oppompen maar dat geeft met mijn camera's ruis. Dus een andere keer weer eens een zonniger dag uitzoeken. De gele Kwik zat er ook weer volop....


maandag 24 oktober 2016

De kikker in Groot Ammers

De kikker (Groot Ammers)
Het is niet gemakkelijk om de witte wieven te vangen in Groot Ammers. Je moet er vroeg voor uit bed en vaak zijn ze allang weer vertrokken alvorens je ter plaatse bent. Deze foto mocht ik schieten bij het gedeelte dat men om voor mij niet te doorgronden redenen “de Kikker” noemt. Of er een vrouw woont die enige gelijkenis heeft met het koudbloedige reptiel, een zogenaamde koude kikker, of dat de naam stoelt op een heel lekkere boerendochter waar velen “verkikkerd” op waren, het valt allemaal binnen de mogelijkheden. Dat maakt het mijmeren over zulk een naam juist zo aardig.
Ik houd het op die mooie boerendochter met kikkerkont. Puur omdat ik nu eenmaal van dergelijke houd. U niet? Wel, daar hoor ik van op dan…

zaterdag 22 oktober 2016

Bockgezweuzel in Groot Ammers (dag 2)


 

 

Het lastigste deel van het Bokzweuzelfeest wordt gevonden in het vangen van een potente royaal stinkende bok. Is die eenmaal terecht dan wordt deze onder het genot van het nuttigen der bokkenpootjes en koffiedrab ingespannen voor de bokkenwagen. De bok dient een vette 9 te scoren op de schaal der stankverspreiding en zichzelf bij elke honderd meter even in de sik te pissen, waarbij de kinderen van het dorp: ”Smerige bok, ouwe sok, donder op,” beginnen te zingen.

Dan komen de mooiste meisjes van het dorp in lederhozen en met kleine koperen blaasinstrumenten op stelten het dorpsplein oplopen. In hun rechteroor zit een plukje blaartrekkend peterselie die door de jongens van het dorp tussen de voortanden wordt genomen, waarbij het desbetreffende meisje de klapzoen uit mag delen aan de jongen van haar keus.

De wethouders en andere hoge functionarissen van het dorp vangen nu aan in een kring te staan en elkander knietjes in het kruis te plaatsen (het zogenaamde “eitjes klutsen”)  waarbij de dorps-zot rondgaat met de pet om het jaarlijkse budget aan te vullen. 

Op de bokkenwagen wordt de zwaarste vrouw van het dorp gezet en versierd met bellen van de hopplant waarna de stoet richting de Lek loopt. Bij het snelstromend water aangekomen wordt de vrouw van de wagen gehaald en vijf maal in de Lek ondergedompeld. Pas dan vangt men aan om het eerste vat bockbier van de dag leeg te drinken en begint de jaarlijkse boer-wedstrijd. Wie kan het hardste boeren zonder geluid te maken. Een hilarisch moment als ook dit jaar de vrouw van de dorpsdokter de prijs in de wacht sleept (een kilo meelklootjes op zware siroop).

Dan luidt de schele koster met het houten been de kerkklok en worden zevenhonderd blikken bockworst opengetrokken en boven een door de doodgraver ontstoken kampvuur geroosterd en samen met wentelteefjes genuttigd. De ouden van dagen wisselen na de maaltijd het ondergebit uit en kussen elkander hierbij op de oorlellen.

De Bokkenwagen wordt vervolgens aan stukken geslagen waar men van het hout een klein vuur stookt waar boven de bok wordt gebraden. Iedere bewoner van Ammers eet vervolgens een klein stukje gebraden bok en spoelt deze weg met het twaalfde vat bockbier dat aan is gerukt uit het oude kasteel. Een barones begint nu het lied: waarheen leidt de weg, die wij moeten gaan, te spelen op ene neusfluit en wordt vervolgens met spenenzalf door vroedvrouwen ingesmeerd en huiswaarts gezonden om vanaf de toren de laatste koperen loftrompet te blazen, waarbij het feest definitief voorbij is.

Het was mij een genoegen dit mee te hebben mogen maken…..

Bockzweuzelen in Groot Ammers


Folklore is nog altijd onderdeel van het dorpsleven in Groot Ammers. Het zogenaamde Bokzweuzelen is ooit ontstaan in de tijd van de reformatie door  katholieke paters die tot de orde van de zweuzelaars behoorden. Zweuzelaars waren in die dagen bierbroeders, wat zoveel wil zeggen als bierbrouwers en wel van het herfstige nat. Omdat tijdens de reformatie de gehele orde van Zweuzelaars met pek en veren het dorp uit is gejaagd. Waarna men de vaten bockbier over de dropstraten rolde en uitschonk is deze jaarlijkseis  traditie ontstaan. (het jaar 1599).

Het begint bij een oude Bok die samen met de burgervader in ene kuil dient te overnachten, gevuld met een laag paardenmest vermengt met bellen hop. De ambtsdragers der kerk dienen dra de zon opkomt het Bokzweuzel-lied aan te heffen in a mineur, waarna het uit de kuil halen van de bok en burgervader plaatsvindt.  Vervolgens wordt de burgervader op de bok gezet en men steke een brandende sigaar tussen zijn lippen om hem daarna over het  stadsplein te jagen onder het uitroepen van:”Haters, haters, weg met de paters.”

Dan blaast men vanaf de kerktoren de zweuzelhoorn in drie harde stoten waarbij de bevolking van het gehele dorp veterdrop eet en elkaar om de oren en de billen slaat met kletskoek. (een soort natte taaitaai in de vorm van een kleine knots.

Vervolgens wordt de organist in een vat met ondermelk gedompeld en beginnen de vrouwen van de rijkste boeren van het dorp te karnen en wisselen ondertussen dijenkletsers uit. De organist neemt dan plaats in een melkbus om uit te druipen. De BBQ wordt aangestoken en de burgervader komt rokend met de bok tussen de benen het dorpshuis binnen. Een dozijn ouderlingen rijdt op een neurende vaars zes keer rond de BBQ en verdwijnt al zingende: “Zweuzel, zweuzel, mijn wijf die stinkt naar reuzel”,  tussen de groep samengestroomde dorpelingen die wijdbeens:” winden laat in de richting van het dorpshuis. Dan dansen de vrouwen in lange rokken het plein op onder het zingen van:”Tok, tok, tok, mijn vent stinkt als een bok.”

Als slotstuk wordt het vetgemeste varken ingesmeerd met Bockbier en boven de BBQ gehangen. Dan neemt de organist uitgedropen plaats achter het orgel en speelt het grote zweuzellied, waarna het drievoudig: ”Hoezee, hoezee, hoezee,” klinkt. Als laatste springen jong en oud jodelend over een boerenhekwerk en mogen er wensen gedaan worden. Het ganse dorp verlustigt zich dan aan het inmiddels gegaarde varken en drinkt daarbij enorme glazen Bockbier met het schuim onderin.

Pas dan slaat de kerkklok twaalf uur en hinkelt de Ganse bevolking op houten schoenen huiswaarts.

Zo verliep de eerste Bockzweuzeldag in Groot Ammers ook dit jaar zonder problemen. Morgen nog één feestdag en dan is het weer voor een jaar voorbij….

maandag 17 oktober 2016

Nog even dat is het weer Sinte Katrijn

 
 
Het vee ademt grote dampige wolken stoom het zwerk in. Er vormen zich dikke druppels op hun vacht die in de opkomende zon beginnen te verdampen. Nog een week of zeven dan is het weer Sinte Katrijn melken. Een gebruik dat teloor is gegaan en dat menigeen achter de oren doet krabben, wat dit dan wel mag zijn?
Wel, als het weer zo zacht blijft en de koeien lopen op 25 november  nog altijd buiten, dan mochten arme mensen voor dag en dauw de beesten melken. De melk mochten ze zelf houden, ook om er desgewenst boter of kaas van te maken. Zo wilden de oeroude regels dat, die voor de Tweede Wereldoorlog in de echte weidegebieden nog netjes werden nageleefd. Maar het kon wel eens uit de hand lopen. Dan was het vechten geblazen en sloeg men elkander om de oren met de melkkrukjes. Ik houd van folklore en de op het platteland behorende tradities. Wie die niet in ere wenst te houden heeft hier niets te zoeken.

zondag 16 oktober 2016

Oktoberwinden

 
Het oude boertje zat op het zorgvuldig met een reusachtige zakdoek droog gepoetste bankje aan de rand van de polder en at een banaan. Met zijn royale neus geleek hij op een miereneter die minieme stukjes van het fruit verwerkte. Naast hem het vrouwtje dat, compleet met knotje, zwijgend toekeek. Ze leken weggelopen uit een boekje van Anton Pieck. Hij met de pet diep over de schedel en zij met haar zwart gestipte rok die mijn oma ook altijd zo dapper droeg.  Hij greep, na het nuttigen van het ooft, met zijn enorme jat zijn rood geblokte zakdoek en begon aan een staaltje snuitwerk dat in zowel de hoge tonen als wel in de lage zijn mannetje stond. Van piepgeluiden tot tuba-achtige effecten verstoorden de rust op het platteland. Na te zijn “klaargekomen” bekeek hij zorgvuldig wat hij zoal gevangen had voordat hij de zakdoek weer opborg in zijn broekzak. De schil van zijn banaan werd door het vrouwtje met een onhandige slinger richting een eenzame geit geworpen, die enige tijd als een oenoloog op de gift stond te kauwen en keek alsof de afdronk hem beviel. De man verhief zich van het bankje en liet een wind, zo onvoorstelbaar luid, dat zelfs de geit even stopte met het vermalen van de bananenschil. Zijn beknotte vrouwtje gaf geen krimp en keek alsof het allemaal bij de act van het leven behoorde. Ik keek ze na toen ze opstonden en wegliepen over het paadje. De oktoberwind joeg er nog wat bladeren achteraan….

De vogelhut in de Alblasserwaard



De morgen in de Albalsserwaard


zaterdag 15 oktober 2016

Bokkenpootjes en bokkelullen

 
De buurman heeft de bok gehaald. De geiten mogen gedekt worden dus hij kan er tegenaan. Om mij hartelijk welkom te heten heeft de buurman de bok Peter genoemd. Of dit flatteert is de vraag want hij stinkt, hij heeft een heel dunne op een asperge gelijkende bokkelul en pist van narigheid in zijn eigen sik. Hij wil de hele dag wel dekken maar de geiten laten hem vooralsnog barsten en wiebelen weg over het weiland met schuddende uiertjes. Peter heeft het nakijken en pist nog eens wat in zijn sik en trekt daarna een lip naar mij alsof hij wil zeggen: mooie boel, ik ben er klaar voor maar die wijven willen weer niet! Mannen hebben het zwaar. Ook in de dierenwereld….


Groenlingen in de molenwaard

De groenlingen zitten eigenlijk altijd wel bij de vogelhut. Zeker als de zon schijnt zijn ze er met en stuk of zes wel de hele dag aanwezig. De waterbak doet het leuk zo als ze komen drinken.

vrijdag 14 oktober 2016

De ijsvogel in de molenwaard (alblasserwaard)

Vanmorgen weer twee uur in de fotohut van de Alblasserwaard gezeten en mevrouw de ijsvogel gezien. 400mm lens Sony op oude sony 380 body

donderdag 13 oktober 2016

Stijf gevroren wasgoed en snellwassers


 

 

Een schonkige boerin stond met fors uitgevallen kont voorover over haar wasgoed dat ze in de morgendamp buiten hing. Er waren directoires bij waaruit je met gemak 100 strings kon maken voor normale kontjes. De mode is aan verandering onderhevig. Nog even en we lopen weer als Neanderthalers in ons Adamskostuum met een peniskoker(tje).

Ze opende met die enorme kont en dat wapperende wasgoed in de koelte van de morgen een luikje in mijn grijze massa. Zag plotseling mijn eigen moeder weer duidelijk voor de geest. We schrijven 1967, ik was een kind van 6 jaar met mollige beentjes en keek toe hoe ze het natte wasgoed uit de snel wasser in de centrifuge kwakte en nadat het snel rondtollende apparaat een beetje chagrijnig op gang kwam, begon er water uit het tuitje te lopen een teiltje in. Dan met het natte goed naar buiten de vrieskoude in. Moeder met kloven in haar vingers en het wasgoed stijf bevroren aan de waslijn. De kolenkachel snorde en ik zat op een kamelenzadel, een in onbruik geraakt meubelstukje waar je op diende te zitten, uit het raam naar haar te kijken. Ze was veel jonger dan ik nu zelf ben. Een jaar of 30 en eigenlijk een jonge meid nog. Maar in kinderogen zijn al de volwassen mensen stokoud, zo niet fossiel.

De boerin liep schonkig als ze verder was (op die kont na dan) als een berggeit in een waterarm gebied terug naar de boerderij die naar stront en meisjesadem rook. Haar reusachtige billen bewogen ritmisch en in de verte loeiden koeien hun hete adem het zwerk door. De morgendamp slokte haar op en ik fietste verder. Dag lieve boerin, dag lieve mama, dag stijf gevroren wasgoed, dag reusachtige billen. Het was me weer aangenaam.

 

dinsdag 11 oktober 2016

Welterusten mevrouw zon....

De zon ging erg mooi onder in de molenwaard. Nog één keer kust ze het snijmais welterusten en gaat dan geruisloos onder in haar hemelbedje. De bomen trekken er een transparant dekbedje overheen. Tot morgen misschien, ik heb hoop maar zo te zien wordt het morgen een grijze dag. Afwachten maar. Hoop doet leven niet waar!

maandag 10 oktober 2016

Ruzie in de hemelen

Soms hebben ze mot in de Molenwaard. Dat kan gebeuren. Bijna onwerkelijk dat zulke hemelse verheven wezens ook wel eens ruzie hebben. Shit happens....

zondag 9 oktober 2016

Binnen de lijntjes


Kleuren binnen de lijntjes

De schapen staan in de vroege morgen in een landschap vol witte watten. De zon kust in een vurige tongzoen de hemel oranje en op het gras glinsteren ontelbaar veel oogjes van de nachtvorst. Je krijgt kouwe klauwen op de fiets maar toch voelt het lekker. Dit is de tijd van de morgendampen, de dauw en druppels die de peppelbomen op je hoofd neerhuilen. Je ademt vrijer in ...de polder nu. De molens staan stil en zwaaien nog niet met hun armen omdat de wind nog niet is losgelaten. Straks, komt alles krakend opgang. Te samen met de stoet die vanwege de aloude vloek: gij zult in het zweet uwer aanschijn de aardbodem bewerken, naar een of andere klus moeten. Maar nu is alles nog pril en stil. Maagdelijk zo u wilt. Hopen op een vruchtbare dag. Het leven gelijkt op een kleurplaat. Je moet enkel zelf de potloden opnemen en aan de slag gaan. Maak er wat moois van, nu het nog kan en probeer voor één keer binnen de lijntjes te blijven…..


Koeienscheten in de molenwaard

Mooi wonen op Graafland. De luchten zijn er subliem. Heeft dat met de uitstoot van koeienscheten te maken? Zijn het de vlokken stront waarmede de boer zijn weiland rijkelijk bemest? De opstijgende methaandampen die zorgen voor de zalige windveren in het zwerk? Zijn het de mooie buurvrouwen die alhier zorg dragen voor de schoonheid van de atmosfeer? Hoe het ook zijn mag, de luchten boven graafland zijn geweldig mooi. 8mm fisheye van Samyang....

Zonsopkomst Molenwaard

Vanmorgen lag de vorst der nacht met zijn witte mantel over de weilanden. De eerste nachtvorst is een feit. Je zou nu minder winderig worden van de spruitjes en de koolsoorten. Wel, goed te weten voor mensen met flatulentie. Hoewel in de polder alles naar stront ruikt dus laat maar waaien. Het was wel erg mooi en ik had nog 30 minuten tijd voordat we naar de samenkomst gingen dus even een paar shotjes kunnen maken. Vaak zie ik de Schepper duidelijker buiten dan binnen de kerk. Als je ogen hebt om te zien dan want geen mens is zo blind als die niet wil zien.....

zaterdag 8 oktober 2016

Molens in de Molenwaard

Rond der aarde
 
Als je hoog boven in een molen bent geklommen en je blik over de landerijen laat fladderen besef je dat de aarde wel degelijk een bol is. Je moet er geen hoogtevrees voor hebben, anders kletter je met de fotocamera en op je klompen dus wel een meter of 15 naar beneden. Het is een heel leuk gezicht de houten raderen en tandwielen in zo’n molen te zien draaien. Ze worden, om frictie te voorkomen met varkensreuzel ingevet. “Niets wat zo goed smeert op hout als varkensvet,” aldus de molenaar Cor. Ik zie en voel de molen werken. Zo’n molen leeft, kreunt en steunt als een oude taaie werkster boven naar bord prak. Klein, gezellig, knus, maar immer woekeren met ruimte. “Met ons zevenen, wonen we erin,” aldus Cor. Het is sfeervol in de molen.  In de kleine keuken wordt de koffie reeds gezet. Als je uit die kleine raampjes kijkt zie je mensen op het fietspad langs de molen rijden. De wind laat de wieken snorren en ik kan mijn voorstellen dat het in de winter erg tochtig en koud moet zijn in de openheid. Je moet er wel borsthaar voor hebben om molenaar te zijn, denk ik. En als vrouw flexibel en kunnen woekeren met ruimte. En als gezin, heel veel liefde voor elkander. Want elkaar ontlopen, nee, dat behoort niet tot de mogelijkheden. Bedankt Cor en ook je vrouw, want de koffie was erg lekker!

Gemaal (Molenwaard)

Vandaag ergens binnen geweest in de Molenwaard waar je leuke foto's kunt maken. Het ruikt er naar ranzig vet, verf, verweerd damesondergoed en afgewerkte olie.Rara waar was ik?

vrijdag 7 oktober 2016

Arie en Annelies (streefkerk)



Arie van de Graaf

 

De eendenkooi, het ambachtelijke vlechtwerk van wilgenteen, de tuin, de dieren en ook het opzetten van gesneuvelde dieren, de natuur, met de zeis of met de schouw, allemaal besteed aan Arie.

Het is geen man van weggooien. “Voor veel dingen is er wel een tweede bestemming en als jij iets ziet waarvan je denkt: dat kan ik gebruiken, dan pak je het maar.”  Zo vertelt Arie mij terwijl zijn lange verzorgde baard vrolijk op en neer danst, want hij is een goede verteller. Eentje waar je graag de tijd voor neemt om er naar te luisteren. Zijn vrouw Annelies zet de hele dag door koffie en fröbelt haar eigen wereld in elkander. Jam, de tuin, gasten ontvangen, eigengemaakte crème uit de wilde natuur en natuurlijk de koffie. Allemaal Annelies en meer. Opgewekt schenkt ze nog eens in. De hond is lief, doch niet aaibaar. Sommige mensen hebben dat ook. Je kunt nooit echt dichtbij ze komen en dat is bij mensen een gemis, dacht ik. Een beetje warmte zoeken in de wereld is meen ik onderdeel van een normaal streven. Arie en Annelies hebben deze warmte en delen er royaal van rond. Snel tevreden. Geen mensen die leven voor de spullen maar spullen hebben om te gebruiken en verder basta. Ik denk dat ze met hun levenshouding een waarheid raken. Misschien vergis ik me.


De molenaarsknecht in de Molenwaard

De molenaarsknecht
 
De donkere oude molen in de Alblasserwaard is een lugubere plek. Als vanzelf krijg je er ook middenin de zomer kippenvel en gaan er wat haartje overeind staan ter hoogte van je nekwervels. Het spookt er zonder twijfel. De oude impotente molenaar, beter bekend als “de ouwe zakruster”  spookt er nog altijd rond en doet de wieken kraken ook als er geen zuchtje wind staat.
Als jongeman werd hij in der tijd aangenomen om het graan in muf ruikende harige jutezakken naar binnen te sjouwen. Maar hij bleek lui, als het minder edele deel van een eunuch en lag meer te rusten op zijn zak dan dat hij er mee werkte. Omdat er verder geen gegadigde waren voor zijn baan, heeft men hem in dienst gehouden tot hij oud werd en nog luier.
Al slapende werd hij gegrepen door de molensteen en nimmer is er iets van hem teruggevonden. Nou ja, zijn zak. Die heeft men ter aarde besteld en er een bordje bij geplaatst met het opschrift: Hier rust de molenaar, die ouwe zak

donderdag 6 oktober 2016

Dino-scheten in de molenwaard

De oertijd en het uitsterven van de Dodo’s
Ons nedergelegen landje waar enkel de allersterksten kunnen overleven. Vocht, damp, neerslag, tocht, veendampen ach, ooit was alles hier moeras waar reusachtige dinosaurussen de liefde bedreven in orgasmen die de aarde deden schudden op haar grondvesten.
Er hangt immer een zweem van verrotting en bederf in het nedergelegen veen. De sloten boeren veengas op dat boven het oppervlak blijft hangen als de hete adem van een heks in de ove...
rgang. Eigenlijk leven wij op een grote drijvende spons die elk jaar een klein stukje verder indroogt omdat er geen vers veen bijkomt. Ooit, toen de moerassen nog volstonden met geboomte dat elk jaar bladeren liet neerdwarrelen, dikte de laag steeds verder aan. Mammoeten hielden zich op met enorme slurven waarbij Viagra een lachertje blijkt.
Er werden reusachtige scheten gelaten door al die enorme wezens en de geur van methaan was alom. Velen menen dat een steen uit de ruimte ervoor zorgde dat de oer schepsels uitstierven. De boer weet wel beter. Zoveel reusachtige dieren, zoveel enorme winden en ophopingen van methaan, dat moest fout gaan toen de oermens vuur uitvond. Moeder zei het al: en toen kwam er een grote olifant met een enorme snuit en die blies zo het verhaaltje uit. Bijna goed moeder. Het was een mammoet die het verhaal van de toenmalige schepping uitblies. Niet met zijn slurf maar met zijn enorme harige kont. En een oermens die net een sigaartje opstak. BWAMM!!!
Als je heel goed ruikt op kruidige vochtige, zompige dagen kun je de verrotting van al die winden nog ruiken. En als je heel stil bent word je in de verte als een nimmer uitstervende echo nog het gebrul van de allerlaatste scheet van een dino gewaar….

woensdag 5 oktober 2016

Roodborstje Molenwaard

Voor alle mannen die dol zijn op borstjes (schaam u maar niet, ik heb erger problemen gehoord) een erg mooi roodborstje. Zal wel het resultaat zijn van een mooie nazomer. Wie weet, nu het kouder wordt, zien we straks weer blauwborstjes. Enfin, ook bij de fotohut in groot Ammers

Ik zag een muis...

"Een muis, een muis", riep mijn vrouw. In de kamer dribbelde op zijn gemak een grijze muis die eens snuffelde aan mijn pantoffel en zich toen vol walging afkeerde en via een kiertje verdween. Paniek want een muis is eng, aldus het vrouwenvolk dus ik kocht bij de kringloopwinkel 3 muizenvallen. Twee gemene (klap, koppie plat) en een lieve: klap muisje levend gevangen. Vanmorgen zat hij er reeds in. Dus op de fiets naar het dorp en in de tuin van een Jehova's getuige de muis losgelaten. Dat zal ze leren!

dinsdag 4 oktober 2016

Dromen in de Molenwaard

Reusachtig dromen
 
“Dus Klaas Vaak bestaat ook al niet,” huilde ik mij in slaap. Ouders vertellen heel rare dingen aan hun kinderen. Waarom, is mij nog steeds een groot raadsel. De tanden fee. Welke zieke geest bedenkt zoiets? Wat heeft het voor educatieve waarde uw kind nachtenlang in angst te laten liggen in dat bedje met die eventuele komst van dat wijf wat dol is op loszittende melktandjes?
Sinterklaas was er ook zo eentje. Weer niet waar, toe maar. Toen er eentje viel, lazerde de rest vanzelf mee. Zie de Kerstman nog omgaan met ballen en al. Vrouw Holle, de kabouters, de feetjes en de elfjes, de spoken, weerwolven en zeemeerminnen, allemaal bedenksels van volwassen mensen. Nou, werk dat maar weer eens zonder kleerscheuren uit je kinderzieltje.
Daar ben je als kind je hele kleutertijd mee zoet om die hele rimram een plekje te geven die ze later definitief verliezen omdat het slechts schimmen bleken uit de geest van papa of mama.
Of zouden papa’s en mama’s ook niet echt bestaan? Zijn wij slechts een elektrische vonk, een beetje kortsluiting in de kop van een dromende reus? Heeft hij nachtmerries over oorlogen en geweld. Over ziekten en dood? Is het hele leven een grote droom. Spoedig zal hij ontwaken en Goddank alles weer normaal zijn….

IJsvogel in de Molenwaard

Een uurtje in de vogelhut gezeten naast Andre Domburg en ja hoor, toen Andre hem eindelijk peerde met zijn sigaar kwam de ijsvogel voor mijn lens zitten. De vogelhut in Groot Ammers wordt met de dag een groter succes..Fotohut Alblasserwaard

maandag 3 oktober 2016

Dag lieve meiden

De zon zakt in de molenwaard. Langzaam voel je iets van herfst in de lucht. Je ruikt het nog niet echt maar toch wel en klein beetje. Je moet weer een jasje aan als je naar buiten gaat en je krijgt in de vroege morgen koude handen. Het dekbed is weer hard nodig en de nachten onder één laken zijn voorbij. Beetje een gevoel van afscheid nemen is altijd rond deze dagen iets wat me naar de keel vliegt. Wil de warmte, het licht en het zomerse gevoel niet kwijt. De meiden in korte rokjes en bruingebrand zijnde benen rijden alweer "bebroekt" op de fiets
De kachel staat hier al een paar dagen een beetje aan. Je krijgt zin in spruitjes, uienhachee, boerenkool en andere zware kost waar je de ganse nacht van ligt te winden en waardoor je vrouw je uiteindelijk naar de logeerkamer trapt. Daar damp je verder uit.
Dag lieve, lieve zomer. Ik hoop tot volgend jaar maar weer. Dag lieve zomerzon bedankt voor je warmte, licht en leven. Dag lieve, lieve meiden in korte rokjes het was me een genoegen....

zaterdag 1 oktober 2016

Eindelijk regen in de Molenwaard

Eindelijk regen het land snakt ernaar....

De wolwinkel van mevrouw Stuurman (Streefkerk)

De wolwinkel van mevrouw Stuurman. Een begrip in de hele Molenwaard. Gezellig, koffie en thee inbegrepen bij een klosje garen. De prijs, ach, van voor de oorlog. Gezellig praten. Meneer wat heeft u een mooie klompen! Dames met de allure van een tijd die nimmer wederkeert. Ik hou ervan....